De Wmo kent twee type voorzieningen. De maatwerkvoorziening en de algemene voorziening.
Via de Wmo kan men een bepaalde maatwerkvoorzieningen krijgen die aansluit op hetgeen iemand nog zelf kan doen. Met “zelf kan doen” wordt niet alleen de mogelijkheid van de persoon zelf bedoeld. Ook de hulp die middels gebruikelijke hulp of mantelzorg geboden kan worden valt daaronder.
De maatwerkvoorzieningen zijn:
– Woningaanpassing
– Verplaatsingsaanpassing (rolstoel)
– Vervoersvoorziening (scootmobiel, vervoer op maat)
– Hulp bij het huishouden
– Vervoer van en naar dagbesteding
– Begeleiding
– Persoonlijke verzorging
– Kortdurend verblijf (logeeropvang )
Naast de maatwerkvoorziening kent de Wmo het begrip Algemene Voorziening. Dit zijn diensten zoals:
– Maaltijdvoorziening
– Strijkservice
– Handgrepen
– Verhoogd toilet e.d.
Voor een maatwerkvoorziening dient een indicatie te worden aangevraagd via de Wmo-consulent van de gemeente.
Algemene voorzieningen zijn voor iedereen toegankelijk. Voor een algemene voorziening is geen toestemming en doorverwijzing van de gemeente nodig.
De gemeente kan een maatwerkvoorziening bieden “in natura”. Het voordeel hierbij is dat de gemeente de inkoop en het onderhoud geregeld zal hebben. Ten behoeve van een maatwerkvoorziening kan ook een PGB worden verstrekt. Het PGB kan niet worden aangevraagd voor een algemene voorziening.
Een PGB wordt beheerd door de Sociale Verzekeringsbank. Het SVB zal de nota’s van de zorgverleners dan rechtstreeks voldoen. Voorwaarde hierbij is dat de zorgovereenkomst is goedgekeurd.