Download hier een aanrijdingsformulier
Vraag 1: datum en tijdstip van de aanrijding?
Het aanrijdingsformulier is het juridisch document waarop de feiten en omstandigheden rondom een ongeval moeten worden vastgelegd. De datum en het tijdstip zijn belangrijk omdat die bepalen wanneer een recht op schadevergoeding ontstaat of verjaart.
De datum en het tijdstip op het aanrijdingsformulier zijn ook belangrijk voor het bepalen van de dekking. Wanneer bijvoorbeeld kort voor het ongeval door iemand een nieuwe verzekering werd gesloten kan aan de hand van de datum en het tijdstip op het aanrijdingsformulier worden bepaald welke verzekeraar op schadevergoeding kan worden aangesproken.
Vraag 2: waar is het gebeurd?
Vul op het aanrijdingsformulier niet alleen de naam van de gemeente of de plaats waar het ongeval gebeurde in, maar vermeldt op het aanrijdingsformulier ook het huisnummer van de woning die in de buurt ligt of het nummer op het hectometerpaaltje (groene bordje langs de weg) dat dichtbij is. Deze extra informatie is van belang voor het geval er later discussie ontstaat over de situatie. Aan de hand van deze gegevens op het aanrijdingsformulier kan een deskundige dan nog eens op de plaats van het ongeval gaan kijken.
Vraag 3: zijn er gewonden? Letselschade?
Behalve voor het weergeven van feiten over de toedracht van een ongeval dient het aanrijdingsformulier ook om feiten over de gevolgen vast te leggen. Het begrip “gewond” bij vraag 3 van het aanrijdingsformulier kunt u ruim nemen. Ook in de situatie dat u (of een passagier) zich na een ongeval niet lekker voelt, pijn heeft of erg geschrokken bent, kruist u JA aan.
Het is gemakkelijker uit te leggen dat het gelukkig allemaal is meegevallen dan een discussie te moeten voeren in een letselschade zaak over de vraag of een letsel wel door een ongeval is veroorzaakt.
Vraag 4: is er andere materiële schade?
Op het aanrijdingsformulier moet alle schade gemeld worden. Wanneer er door een aanrijding schade is ontstaan aan zaken rondom de plaats van het ongeval dan moet dat bij vraag 4 aangegeven worden. Denk hierbij aan schade aan bijvoorbeeld een lantaarnpaal, een verkeerslicht, een hek, de weg, een tuin, een boom etc.
Vraag 5: zijn er getuigen die het ongeval hebben zien gebeuren?
Vraag na een ongeval zo snel mogelijk aan mensen in de nabijheid of zij het ongeval hebben zien gebeuren (getuigen). Noteer de gegevens zoals adres en telefoonnummer van deze getuigen op het aanrijdingsformulier. Wij adviseren u niet te lang te wachten met het benaderen van omstanders, omdat u anders het risico loopt dat u getuigen mist omdat zij hun reis verder voortzetten. Let op uw waardevolle bezittingen. Laat uw auto niet onbewaakt achter!
Als u niemand kunt aanspreken, noteer dan de kentekens van de auto(‘s) die op het moment van het ongeval bij u in de buurt zijn als getuigen op het aanrijdingsformulier. Misschien dat de bestuurders of inzittenden van die auto(‘s) later als getuige benaderd kunnen worden. Ook uw eigen passagiers, zelfs familieleden, kunnen als getuige worden genoemd.
Vraag 6: wie is de verzekeringnemer/ verzekerde?
Bij vraag 6 van het aanrijdingsformulier moeten de gegevens worden ingevuld van de persoon die de verzekering heeft afgesloten. Vermeld hierbij een telefoonnummer waarop deze persoon goed bereikbaar is.
Vraag 7: de gegevens van het voertuig dat bij het ongeval betrokken was?
Controleer of uw tegenpartij het juiste kenteken van zijn voertuig op het aanrijdingsformulier heeft vermeld. De gegevens van een aanhangwagen of een oplegger moeten apart op het aanrijdingsformulier vermeld worden. Bij een ongeval waarbij een auto met een aanhangwagen of caravan betrokken is moet dus zowel het kenteken van de auto als het kenteken van de aanhangwagen/ caravan genoteerd worden. Zijn die kentekens gelijk, schrijf dat dan op.
Vraag 8: bij welke verzekeraar is de aansprakelijkheidsverzekering gesloten?
Om de juiste gegevens voor het aanrijdingsformulier te verkrijgen kunt u de groene kaart raadplegen. Op de groene kaart staan alle gegevens over de verzekeraar en het polisnummer.
Als uw tegenpartij geen verzekeringsgegevens bij zich heeft, hoeft dat geen probleem te betekenen. De gegevens kunnen aan de hand van het kenteken worden opgevraagd.
Vraag 9: wie was de bestuurder ten tijde van het ongeval?
Op het aanrijdingsformulier moeten de gegevens worden ingevuld van de persoon de het voertuig ten tijde van het ongeval bestuurde. Neem de gegevens bijvoorbeeld over van iemands rijbewijs.
Vraag 10: waar is het voertuig het eerst geraakt?
Geef op het aanrijdingsformulier bij vraag 10 duidelijk met een pijltje aan waar het voertuig het eerst werd geraakt. De plaats waar het voertuig het eerst geraakt werd kan namelijk iets zeggen over de wijze waarop de aanrijding is ontstaan en kan dus belangrijk zijn voor de afwikkeling van de schade. Als het gaat om schade aan een aanhanger, caravan of oplegger kunt u die er even bij tekenen.
Vraag 11: wat is er aan het voertuig beschadigd?
Bij vraag 11 van het aanrijdingsformulier kunt u een omschrijving geven van de schade die is ontstaan. Bijvoorbeeld “een deuk, of een kras”.
Vraag 12: wat is de toedracht van het ongeval?
Bij deze rubriek van het aanrijdingsformulier formulier kunt u door middel van kruisjes aangeven waardoor het ongeval is ontstaan. Er worden 17 situaties genoemd. U kunt meerdere vakjes aankruisen.
Op het aanrijdingsformulier zijn “standaard situaties genoemd” Wanneer de toedracht van uw ongeval er niet bij staat moet u niet iets aankruisen dat er het meest op lijkt. Dan moet u niets aankruisen. U kunt dan het best bij vraag 14 van het aanrijdingsformulier omschrijven wat de toedracht van uw ongeval is.
Als uw tegenpartij op het aanrijdingsformulier een toedracht vermeldt die volgens u niet overeenkomt met hetgeen er gebeurd is, dan kunt u dat ook bij vraag 14 melden. Vertrouwt u de situatie niet, bel dan even de politie. Stem niet zomaar in met hetgeen uw tegenpartij wil noteren als u daar een andere mening over heeft. Meld bijzonderheden bij vraag 14.
Belangrijk: vermeld altijd het aantal kruisjes dat u heeft gezet. Dan kan er na de scheiding van de formulieren (het loskoppelen van de voor en achterzijde van het aanrijdingsformulier) niets meer ongemerkt veranderd worden.
Vraag 13: een situatieschets maken.
De schets op het aanrijdingsformulier moet verduidelijken wat er is gebeurd. Teken daarom niet alleen de voertuigen die bij de aanrijding betrokken zijn geraakt maar laat ook het verloop van de weg zien (rechte weg, bocht, kruising, zijwegen?).
Geef de rijrichting (looprichting) van de betrokkenen aan met een pijl, teken de belijning en verkeerstekens in op de weg en vermeldt u straatnamen als u meerdere wegen moet intekenen (bijvoorbeeld bij een kruising of splitsing).
Tip: Maak (met uw mobiele telefoon) foto’s van de situatie. Maak overzichtsfoto’s en let erop dat belangrijke details zoals verkeerstekens op het wegdek en verkeersborden op de foto’s zichtbaar zijn.
Vraag 14: mijn opmerkingen:
In deze rubriek van het aanrijdingsformulier kunt u bijzonderheden melden. Bijvoorbeeld wanneer u het niet eens bent met uw tegenpartij.
Vraag 15: het plaatsen van de handtekening:
Nadat op het aanrijdingsformulier de feiten, omstandigheden en gevolgen zijn genoteerd, moet het aanrijdingsformulier door zowel u als uw wederpartij worden ondertekend. Bent u het niet eens met hetgeen door uw wederpartij is gesteld en wilt u het aanrijdingsformulier daarom niet ondertekenen, geeft u dat dan aan bij vraag 14.